Blijf je maar koud? zo speelt te weinig vitamine D je parten

Blijf je maar koud? zo speelt te weinig vitamine D je parten

Heb je het steeds koud, met vermoeidheid of spierpijn erbij? Ontdek hoe een vitamine D-tekort hierin kan meespelen en hoe je het onderscheidt van ijzer-, B12- of schildklierproblemen. Met duidelijke uitleg over testen, streefwaarden en veilige D3-suppletie plus meteen toepasbare warmtetips help je je lichaam weer makkelijker warm te blijven.

Vitamine D-tekort en waarom je het sneller koud hebt

Vitamine D-tekort en waarom je het sneller koud hebt

Als je vaak rilt of koude handen en voeten hebt, kan een vitamine D-tekort daar een rol in spelen. Vitamine D helpt je spieren, zenuwen en bloedvaten goed samenwerken. Spieren zijn je interne kachels: bij beweging en zelfs in rust maken ze warmte. Bij een tekort werken spieren minder efficiënt, ben je sneller moe en produceer je minder warmte, waardoor je sneller afkoelt. Vitamine D beïnvloedt ook de spanning van je bloedvaten. Als de vaten in je huid sneller samentrekken, verlies je minder warmte naar buiten, maar voelt je huid juist kouder aan. Daarnaast stuurt vitamine D processen aan die samenhangen met je basaal metabolisme en bruin vet, een type vet dat warmte maakt door calorieën te verbranden; als dat minder actief is, voel je je eerder kil.

Indirect kan een tekort je slaap en energie ondermijnen, waardoor je minder beweegt en nog minder warmte opwekt. Let op: koukleumen kan ook komen door ijzer- of B12-tekort of een trage schildklier, dus koudegevoel alleen bewijst niets. Wel is de kans op een vitamine D-tekort groter als je weinig zon ziet, een donkere huid hebt, je huid vaak bedekt of ouder wordt. Merk je naast koud hebben ook spierzwakte, bot- of spierpijn en vermoeidheid, dan is het zinvol je vitamine D op peil te brengen zodat je warmteregulatie weer een duwtje krijgt.

Rol van vitamine D in temperatuurregulatie en spieren

Vitamine D speelt een directe rol in hoe je spieren werken en daarmee in hoe je lichaam warmte maakt. In je spiercellen zitten vitamine D-receptoren die de opname en benutting van calcium aansturen, essentieel voor een krachtige en gecoördineerde samentrekking. Goed werkende spieren produceren warmte, zowel tijdens activiteit als bij rillen, waardoor je kerntemperatuur op peil blijft. Vitamine D ondersteunt ook de energiecentrales van je cellen (mitochondriën), zodat je spieren efficiënter brandstof omzetten in energie en warmte.

Daarnaast beïnvloedt vitamine D indirect de doorbloeding via het vaatendotheel: een betere vaatfunctie helpt warmte vasthouden in je kern of juist afgeven via de huid wanneer dat nodig is. Bij een tekort raak je sneller vermoeid, neemt je spierkracht af en produceer je minder warmte, waardoor je je eerder koud voelt.

Verschil met ijzer-, B12- en schildklierproblemen (wanneer het iets anders is)

Koukleumen past bij een vitamine D-tekort, maar het plaatje ziet er anders uit dan bij ijzer-, B12- of schildklierproblemen. Bij ijzertekort (en bloedarmoede) merk je vaak bleekheid, kortademigheid bij inspanning, hartkloppingen, broze nagels of rusteloze benen. Bij B12-tekort vallen tintelingen in handen en voeten, doof gevoel, evenwichts- of concentratieklachten en een rode, pijnlijke tong op. Een trage schildklier geeft naast snel koud hebben meestal gewichtstoename, traagheid, droge huid, haaruitval, obstipatie en een langzame hartslag.

Vitamine D-tekort laat vaker spierzwakte, spier- en botpijn en krampen zien. Twijfel je? Dan helpen gerichte bloedtests het onderscheid: 25(OH)D voor vitamine D, Hb en ferritine voor ijzer, B12 en folaat, en TSH/FT4 voor je schildklier. Zo weet je of kou vooral door vitamine D komt of iets anders speelt.

[TIP] Tip: Laat vitamine D-waarde bepalen en supplementeer dagelijks bij tekort.

Symptomen, risicogroepen en testen

Symptomen, risicogroepen en testen

Een vitamine D-tekort merk je vaak aan vage, hardnekkige klachten: je voelt je sneller koud, hebt spierzwakte of spierkrampen, zeurende bot- of rugpijn, vermoeidheid die niet wegtrekt en je vatbaarheid voor verkoudheden of griep lijkt groter. Soms spelen stemmingsklachten mee, zeker in de donkere maanden. Alleen koud hebben bewijst niets, maar een cluster van deze signalen maakt een tekort waarschijnlijker. Je loopt extra risico als je weinig buiten komt, in Nederland en België vooral in de maanden oktober tot en met maart, als UVB-licht te zwak is voor aanmaak in je huid.

Ook met een donkere huid, bedekkende kleding, hogere leeftijd, zwangerschap of borstvoeding, overgewicht, of darm- en leverproblemen is je voorraad sneller laag. Sommige medicijnen, zoals bepaalde anti-epileptica en corticosteroïden, kunnen je spiegel verlagen. Twijfel je, laat dan je 25-hydroxyvitamine D (25(OH)D) bepalen via een bloedtest. Testen is zinvol bij aanhoudende klachten, als je tot een risicogroep hoort of voordat je hoge doses supplementen neemt, zodat je gericht kunt bijsturen en weet of er meer speelt.

Typische klachten bij een vitamine D-tekort

Bij een vitamine D-tekort vallen vooral algemene, maar hardnekkige klachten op. Je voelt je sneller koud en kouwelijk, hebt vaker spierpijn of spierzwakte (bijvoorbeeld moeite met trappen lopen of uit een stoel opstaan) en ervaart een zeurende bot- of rugpijn, vooral in ribben, heupen of onderrug. Je kunt last hebben van spierkrampen, stijve gewrichten en een loodzwaar gevoel in je benen.

Vermoeidheid die niet wegtrekt, een lagere belastbaarheid en concentratieproblemen komen vaak voor. Ook kun je merkbaar vatbaarder zijn voor verkoudheden en duurt herstel langer. In de donkere maanden speelt soms een sombere stemming of winterdip mee. Het zijn geen spectaculaire signalen, maar juist het patroon van meerdere klachten tegelijk maakt een tekort waarschijnlijker.

Wie extra risico loopt in Nederland en België

In Nederland en België loop je sneller risico op een vitamine D-tekort als je weinig zonlicht pakt, zeker van oktober tot en met maart wanneer UVB te zwak is om zelf vitamine D te maken. Je risico is hoger als je een donkere huid hebt, je huid vaak bedekt, vooral binnen werkt of nachtdiensten draait. Ook als je ouder wordt maak je minder vitamine D aan, waardoor 70-plussers extra kwetsbaar zijn. Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en jonge kinderen hebben vaak extra behoefte.

Bij overgewicht zakt je bloedspiegel sneller omdat vitamine D in vetweefsel wordt vastgehouden. Last van darmproblemen (coeliakie, IBD), na maagverkleining, of lever- en nierziekten? Dan neem je vitamine D minder goed op of activeer je het minder. Bepaalde medicijnen, zoals anti-epileptica en corticosteroïden, verlagen je waarden ook.

Wanneer en hoe je je laat testen

Je laat je testen als je langdurig kouwelijk bent, spier- of botpijn hebt, vaak moe bent of tot een risicogroep hoort, en zeker vóórdat je met hoge doseringen supplementen start. De standaardtest is 25-hydroxyvitamine D (25(OH)D) via een eenvoudige bloedafname bij je huisarts of het laboratorium; nuchter zijn hoeft niet. Weet dat de tijd van het jaar je waarde beïnvloedt: eind winter is je spiegel het laagst, eind zomer het hoogst.

Bij klachten wacht je niet op het ‘juiste’ seizoen, maar test je meteen. Gebruik je al supplementen, realiseer je dat dit de uitslag verhoogt; wil je een nulmeting, test dan vóór start. Na aanpassing van zonlicht, voeding of dosering controleer je na 8-12 weken opnieuw om te zien of je op koers ligt.

[TIP] Tip: Test vitamine D bij koudeklachten, vooral ouderen of met donkere huid.

Testuitslag en waarden begrijpen

Testuitslag en waarden begrijpen

Je test meet 25-hydroxyvitamine D (25(OH)D), de beste graadmeter voor je voorraad. Labs rapporteren in nmol/L of ng/mL; omrekenen doe je eenvoudig: ng/mL x 2,5 = nmol/L. Seizoenen tellen mee: eind winter is je waarde vaak het laagst. Als grove leidraad geldt dat onder 30 nmol/L (12 ng/mL) meestal sprake is van een ernstig tekort, 30-50 nmol/L een tekort of insufficiëntie, 50-75 nmol/L doorgaans voldoende is voor bot- en spiergezondheid en 75-125 nmol/L ruim voldoende. Waarden die langdurig boven 150-200 nmol/L uitkomen zijn onwenselijk omdat het risico op te veel calcium in je bloed toeneemt.

Kijk altijd naar het totaalplaatje: klachten, risicofactoren, tijd van het jaar en of je al supplementen gebruikt. Zit je net onder de streefzone maar heb je duidelijke klachten of behoor je tot een risicogroep, dan is bijsturen logisch. Start je met zonlicht, voeding of een passende dosering, plan dan na 8-12 weken een hertest om te zien of je richting de gewenste zone beweegt en je je daadwerkelijk warmer en energieker voelt.

Bloedtest 25(OH)D: NMOL/L VS NG/ML

Je 25-hydroxyvitamine D wordt door het lab gerapporteerd in nmol/L of ng/mL. Het zijn twee eenheden voor dezelfde concentratie; omrekenen doe je simpel: ng/mL x 2,5 = nmol/L en nmol/L ÷ 2,5 = ng/mL. Voorbeeld: 30 ng/mL is 75 nmol/L, 50 nmol/L is 20 ng/mL. Check altijd welke eenheid op je uitslag staat om verwarring te voorkomen, zeker als je advies of richtwaarden uit een andere bron vergelijkt.

De meeste labs in Nederland rapporteren in nmol/L, sommige commerciële testen en internationale artikelen gebruiken ng/mL. Nuchter zijn hoeft niet; vitamine D schommelt langzaam, dus een willekeurig moment is prima. Gebruik consistent dezelfde eenheid als je je waarden bijhoudt, zodat je trends ziet en je niet onbedoeld appels met peren vergelijkt.

Streefwaarden en wat licht of ernstig tekort betekent

Voor vitamine D wordt meestal de 25(OH)D-waarde gebruikt. Als richtlijn geldt: onder 30 nmol/L (12 ng/mL) is een ernstig tekort, 30-50 nmol/L een licht tot matig tekort, 50-75 nmol/L doorgaans voldoende voor bot- en spiergezondheid en 75-125 nmol/L ruim voldoende. Bij een licht tekort kun je je kouwelijk voelen, sneller moe zijn en wat spierpijn ervaren. Een ernstig tekort gaat vaker samen met duidelijke spierzwakte, botpijn of osteomalacie (verweking van bot), meer vallen en een hogere bijschildklierhormoonwaarde doordat je lichaam calcium wil vrijmaken.

Hoe lager je start, hoe intensiever de aanpak meestal moet zijn en hoe langer herstel duurt. Mik op de streefzone en check na 8-12 weken of je waarde en klachten verbeteren.

Wanneer je met je arts overlegt

Je overlegt met je arts als je 25(OH)D-waarde erg laag is (rond of onder 30 nmol/L) of juist hoog uitvalt (boven 150 nmol/L), als je hardnekkige klachten houdt ondanks zon, voeding en een normale dosering supplementen, of als je zwanger bent, borstvoeding geeft, ouder bent of eerder een botbreuk had. Gebruik je medicijnen zoals anti-epileptica of corticosteroïden, of heb je darm-, lever- of nierproblemen, dan is begeleiding verstandig.

Bij granulomateuze aandoeningen zoals sarcoïdose moet je extra oppassen met hoge doseringen. Krijg je klachten die passen bij te veel calcium, zoals misselijkheid, veel dorst of vaak plassen, stop dan met supplementen en laat je snel controleren.

[TIP] Tip: Laat 25(OH)D prikken; streef 50-75 nmol/L bij koudeklachten.

Aanpak: vitamine D op peil en minder snel koud

Aanpak: vitamine D op peil en minder snel koud

Zo breng je je vitamine D op peil én heb je het minder snel koud. Focus op zon waar mogelijk, vul aan met voeding en suppletie, en gebruik slimme warmtetips zolang je waarden herstellen.

  • Zonlicht per seizoen: in lente en zomer 15-30 minuten rond het middaguur op onbedekte armen en benen (zonder te verbranden); in herfst en winter is UVB in NL/BE te zwak, dus buiten zijn blijft gezond maar voor je vitamine D leun je dan op voeding en supplementen.
  • Voeding en supplementen: zet vette vis, eieren en verrijkte zuivel/plantaardige drinks vaker op het menu; kies bij suppleren bij voorkeur D3 (cholecalciferol) 10-20 microgram per dag, neem het bij een maaltijd met wat vet en houd het consequent vol; hoger doseren of “inhalen” alleen in overleg met je arts (zeker bij lage waarden of als je tot een risicogroep hoort).
  • Snelle warmtetips + beweging: beweeg dagelijks en doe 2-3 keer per week spierversterkende oefeningen om je “spierkachel” aan te zetten; kleed je in laagjes (thermo, warme sokken, core warm houden), drink iets warms, blijf droog en neem korte beweegpauzes om snel op te warmen.

Combineer deze stappen 8-12 weken en evalueer hoe je je voelt; laat zo nodig je 25(OH)D opnieuw testen. Twijfel je over dosis of klachten? Overleg met je arts of apotheker.

Zonlicht per seizoen: wat werkt in herfst en winter

In Nederland en België is UVB-licht van ongeveer oktober tot en met maart te zwak om zelf vitamine D aan te maken, zelfs rond het middaguur. Een handige vuistregel: is je schaduw langer dan jijzelf, dan maakt je huid vrijwel geen vitamine D. In vroege herfst kan een heldere middag nog iets opleveren, maar in de kern van de winter niet. Buitenlicht blijft wel waardevol voor je slaapritme, energie en stemming, alleen niet voor je vitamine D-voorraad.

Achter glas werkt het sowieso niet, want glas blokkeert UVB. Een lichttherapielamp helpt tegen een winterdip maar maakt geen vitamine D. Een zonnebank laat je beter staan vanwege huidkans op schade; medische UVB-therapie is iets voor onder begeleiding. Bouw dus in lente en zomer reserves op en voorkom verbranden.

Voeding en supplementen: D3 VS D2, dosering en veiligheid

Onderstaande vergelijking helpt je snel kiezen tussen vitamine D3 en D2, hoe voeding bijdraagt, en wat veilige doseringen zijn om een tekort aan te pakken dat kan bijdragen aan het sneller koud hebben.

Item Herkomst & bronnen Effectiviteit voor 25(OH)D Dosering (oriëntatie) & veiligheid
Vitamine D3 (cholecalciferol) Meestal uit lanoline (dierlijk); ook vegan D3 uit korstmos beschikbaar. Voeding: vette vis, eieren, lever, verrijkte producten. Verhoogt en behoudt 25(OH)D doorgaans sterker en langer dan D2; vaak eerste keus bij tekort, zeker in herfst/winter. Onderhoud meestal 10-25 µg/dag (400-1000 IE). Bij tekort vaak 25-50 µg/dag (1000-2000 IE); hogere “inhaal”-schema’s via arts. Innemen met vetrijke maaltijd.
Vitamine D2 (ergocalciferol) Plantaardig (gist/UV-bestraalde ergosterol). Voeding: UV-bestraalde paddenstoelen (D2). Werkt, maar gemiddeld iets minder potent en korter werkzaam dan D3 voor 25(OH)D; geschikt bij strikt vegan indien geen vegan D3. Onderhoud 10-25 µg/dag (400-1000 IE). Bij tekort kan hogere of frequentere dosering nodig zijn; overleg bij aanhoudend lage waarden.
Voeding (zonder supplement) Vette vis (zalm, haring, makreel), eidooier, lever; verrijkte margarine/zuivel; UV-paddenstoelen (D2). Nuttige bijdrage, maar alleen via voeding haal je in NL/BE in herfst/winter vaak niet de streefwaarde. Richtgetallen: 100 g zalm ± 8-20 µg; 1 ei ± 1-2 µg; verrijkte margarine ± 7,5 µg/100 g. Combineer met zonlicht/supplement indien nodig.
Veiligheid & interacties Van toepassing op D2 en D3 (alle merken/vormen). EFSA-bovengrens voor volwassenen: 100 µg/dag (4000 IE). Langdurig overschrijden verhoogt risico op hypercalciëmie/nierstenen. Voorzichtig bij nierziekte, sarcoïdose, hyperparathyreoïdie of met thiazide-diuretica; absorptie lager met orlistat/galzuurbinders; anti-epileptica/rifampicine versnellen afbraak. Overleg met arts bij zwangerschap/borstvoeding of 25(OH)D < 30 nmol/L.

Kern: D3 verhoogt je vitamine D-status doorgaans het meest efficiënt; voeding helpt maar is in herfst/winter vaak onvoldoende. Houd je aan veilige dagdoseringen en overleg bij hogere doses of medische aandoeningen.

Met voeding alleen red je het meestal niet: vette vis, eieren, lever en verrijkte zuivel of plantaardige drinks leveren wat, UV-behandelde paddenstoelen vooral D2. Voor aanvullen werkt D3 (cholecalciferol) doorgaans beter dan D2 om je 25(OH)D te verhogen; kies bij vegan liever voor algen-gebaseerde D3 of, als dat niet kan, D2. Een praktische dagdosering is 10-20 microgram, bij een tekort of verhoogd risico vaak 20-50 microgram, idealiter afgestemd op je bloedwaarde.

Neem je supplement bij een maaltijd met vet en houd het dagelijks vol. Blijf onder de veilige bovengrens van 100 microgram per dag als volwassene en vermijd megadoses zonder begeleiding. Gebruik je calcium, thiaziden of heb je aandoeningen zoals sarcoïdose, overleg dan eerst. Check na 8-12 weken of je waarde en klachten verbeteren.

Snelle warmtetips terwijl je waarden herstellen

Terwijl je vitamine D-spiegel stijgt, wil je niet de hele dag bibberen. Start met laagjes: een ademende basislaag, isolerende wol of fleece en een winddichte buitenlaag houden je kern warm. Droge, dikke sokken en een muts of capuchon maken groot verschil, want via hoofd en voeten verlies je veel warmte. Beweeg elk uur even: een korte traploop, squats of een stevige wandeling stoken je “spierkachel” op.

Eet regelmatig warme maaltijden met eiwitten en gezonde vetten en drink iets heets; dat geeft directe warmte en brandstof. Houd je huis tochtvrij en gebruik een kruik of warm voetenbad om snel op te warmen. Blijf goed hydrateren, beperk alcohol en cafeïne laat op de dag en zorg voor voldoende slaap voor herstel en thermoregulatie.

Veelgestelde vragen over vitamine d tekort koud hebben

Wat is het belangrijkste om te weten over vitamine d tekort koud hebben?

Vitamine D ondersteunt spieren, zenuwen en warmteproductie; een tekort kan je sneller koud doen voelen. Toch kan koukleumen ook komen door ijzer-, B12- of schildklierproblemen. Laat 25(OH)D prikken en beoordeel waarden (nmol/L/ng/mL) met je arts.

Hoe begin je het beste met vitamine d tekort koud hebben?

Start met klachten en risicofactoren inschatten, vervolgens een 25(OH)D-bloedtest. Streef naar 50-75 nmol/L. In herfst/winter: dagelijks D3 800-2000 IE, plus vetrijke vis/zuivel, buitenlicht, laagjeskleding. Extra risico: donkere huid, bedekking, ouderen.

Wat zijn veelgemaakte fouten bij vitamine d tekort koud hebben?

Alleen vitamine D verdenken zonder ijzer, B12 en schildklier te checken. Geen bloedtest doen of nmol/L met ng/mL verwarren. Te weinig of juist >4000 IE slikken zonder begeleiding. Onregelmatig D2 gebruiken, winterzon overschatten, obesitas/malabsorptie negeren.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *